Verschillende behandelingen en afwerkingen

Bakken, smoren, engoberen of glazuren? 

Dakpannen zijn verkrijgbaar in tal van kleuren en afwerkingen. Maar wat zijn precies de mogelijkheden? En misschien nog wel belangrijker: wat zijn nou eigenlijk de verschillen?

Bakken 

Keramische dakpannen worden gemaakt van klei. Nadat de klei van de juiste vorm voorzien is, moet deze drogen. Dit wordt in de branche ook wel natuurrood genoemd. Als de klei voldoende gedroogd is, wordt de dakpan gebakken. De kleur van de klei verandert na het bakken in een natuurlijke, rode tint.

Smoren 

Bij smoren wordt nadat een dakpan gebakken is, het smoorproces gestart. Terwijl het gas in de oven blijft branden, wordt de zuurstoftoevoer afgesloten. Het resultaat is een gesmoorde dakpan met een grijsblauwe kleur. Eventuele kleurnuances zijn mogelijk.

Engoberen

Bij geëngobeerde dakpannen wordt de pan voordat deze gebakken wordt, voorzien van een kleipapje. Aan dit kleipapje wordt een metaal/kleuroxide toegevoegd voor de uiteindelijke kleur. Tijdens het bakken verbindt deze oxide zich met de dakpan. Het resultaat is een gekleurde dakpan, die bovendien minder poreus is. Geëngobeerde dakpannen komen voor in tal van kleurtonen. 

Edel-engobe

Dakpannen met edel-engobe afwerking zijn net zoals geëngobeerde dakpannen verkrijgbaar in vele verschillende kleuren. De samenstelling van het papje dat bij edel-engobe wordt gebruikt, ligt tussen engobe (op basis van klei) en glazuur (op basis van glas) in.  

Glazuren 

Bij glazuren wordt een dakpan voorzien van een kleilaagje met een hoog aandeel glasbestanddelen. Het resultaat is een pan met een harde, glasachtige laag. Geglazuurde pannen worden daarom ook wel verglaasde pannen genoemd. Net zoals bij glas, zijn geglazuurde dakpannen verkrijgbaar in glans, half-mat of matte uitvoering.